“Deeltijdprinsjes hoeven echt niet allemaal fulltime aan de bak, maar enkele uren meer werken per week zou de druk op de arbeidsmarkt verlichten”, zo luidt de stelling vandaag in het Brabants Dagblad.
In het kader van internationale vrouwendag roept Karien van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vrouwen op om meer uren te gaan werken, en vraagt werkgevers om daarover in gesprek te gaan.
Als werkgever voel ik me aangesproken, en deel mijn mening of visie graag op dit platform zodat we samen in gesprek kunnen gaan en het mogelijk ook Karien bereikt. Ik beweer zeker niet dat ik de wijsheid in pacht heb en sta uiteraard open voor andersdenkenden of geniale oplossingen. Ik bedoel dit ook niet als klaagzang of harde kritiek, maar slechts als mening om samen een weg te vinden naar beter en passend.
Op de eerste plaats vind ik ‘deeltijdprinsesjes’ niet zo’n handig gekozen woord. Normaal niet en al helemaal niet op internationale vrouwendag, omdat dit als verwend en enigszins klagend klinkt terwijl we zo streven naar gelijkheid.
Dat Karien zelf kiest voor een functie die geen baan maar een leefstijl lijkt te zijn is haar goed recht, veel respect daarvoor. In deze functie schijnt het niet anders te kunnen, en haar man werkt deeltijd. Bovendien staan er nog hulptroepen klaar, waar niet iedereen mee gezegend is.
Misschien kan het overigens wel anders maar ging het altijd al zo, dus blijft het zo totdat we het zelf veranderen.. Zoals gezegd een keuze die iemand wel of niet maakt.
Hetzelfde voor de keuze die een vrouw maakt in haar leven.
Ik ben me terdege bewust van de krapte op de arbeidsmarkt. De oplossing zoals Karien die ziet deel ik niet helemaal of zelfs helemaal niet.
In onze branche is het grootste gedeelte vrouw, en kiest dus voor een deeltijdbaan. Zelf heb ik 10 vrouwen in loondienst die op twee na, allemaal parttime werken. Ze kiezen daar bewust voor, omdat ze ook een gezin hebben waarvoor ze zorgen. Kinderen die overal op en aan zitten en een sociaal druk leven. Hun man werkt fulltime en samen kunnen ze ervan leven naar tevredenheid. Het is hun baan, en niet hun bedrijf.
Uiteraard hebben we onze werknemers gevraagd of ze bereid zijn om meer uren te werken, en daar gingen er enkele voor een paar uur meer op in. Mits het binnen schooltijden was, want anders hielden ze er met de kosten van de kinderopvang afgeteld nagenoeg niks aan over. En voor niks gaat de zon op, hoe aardig ze je ook vinden.
Ikzelf had geluk met mijn schoonouders als oppas in de buurt, onze dochter eveneens. Maar dat geldt niet voor iedereen.
Waar ik wel voor pleit is dat mannen en vrouwen gelijkwaardig alles opvangen in een gezin, de reden waarom dit niet het geval is, is het feit dat de man meestal nog meer verdient..
Hetzelfde geldt met de zorg voor kinderen en ouderen. Zodra er iets is, wordt heel vaak de moeder nog als eerste benaderd. Die zorgtaken die er generaties lang inzitten, zijn niet zomaar weg te poetsen.
Een vrouw kiest voor haar leven en vult dat (samen of alleen) naar eer en geweten in waarin ze zich hopelijk gelukkig voelt.
Waar ze zich wel van bewust mag zijn is onafhankelijkheid en vrijheid van keuzes en niet omdat iets nu eenmaal hoort. Ik ben daarom wars van ‘moedermaffia’ of andere groeperingen die vinden dat iets hoort of niet hoort. Als je als vrouw de keuze maakt die voor jou goed voelt, dan ben je waarschijnlijk gelukkig met de situatie en leidt je kind daar niet onder als het goed geregeld is. Hier deel ik mijn mening met Karien.
Dat de zorg en onderwijs kampen met personeelstekort is tragisch, er zullen daarom nog meer flexibiliteit en betere voorwaarden moeten komen voor zover dat mogelijk is. De druk is enorm hoog en gaat ten koste van kwaliteit van leven. Velen besluiten ZZP-er te worden om meer vrijheid te ervaren, al blijkt dat in de praktijk ook vaak tegen te vallen.
Ik geloof dat meedenken met werknemers, hun werksfeer zo aangenaam en werk zo zinvol mogelijk te maken veel brengt. Hen laten meedenken. Ik geloof in deeltijd werken voor mannen én vrouwen om samen de zorg om kinderen en ouderen op te vangen, omdat de ouderenzorg ook niet meer toereikend is.
Ik geloof dat er veel minder gekeken moet worden naar hoog opgeleiden, maar naar de potentie van de werknemer, want ook daar liggen nog legio kansen. Opleiden binnen het bedrijfsleven, is dat de nieuwe toekomst? Sluit het meteen beter aan.
En een hele belangrijke groep die in dit artikel over het hoofd werd gezien zijn de vijftig plussers die nog van extreem toegevoegde waarde kunnen zijn. Ze hebben tijd, rust en een bagage vol levenslessen en wijsheid. In mijn beleving is zinvol werken en een bijdrage leveren heel goed voor de gezondheid, bespaart ook weer kosten.
Samengevat zullen we in onze snel veranderende wereld mee moeten veranderen, maar dan wel op een zo sociaal mogelijke manier, waar we ertoe doen en gewaardeerd worden. Een win-win situatie.
Bron: Brabants Dagblad
Annelies Aarts